Zaterdag 7 december is in de Gelderlander een krantenartikel verschenen met de bovenstaande titel. In dit artikel (Bron: De Gelderlander – Maas en Waal) geven de carnavalsverenigingen, de gemeente West Maas en Waal en de gemeente Druten aan met welke problematiek zij de afgelopen jaren te kampen hebben. Feit is dat de overlast rondom de optochten in de regio toeneemt in de vorm van geluidsoverlast, vandalisme en zelfs bedreigingen aan het adres van vrijwilligers van de carnavalsverenigingen, omwonenden en handhavers.
“We merken enerzijds dat de techniek achter licht en geluid flink verbeterd is en betaalbaarder is geworden waardoor meer groepen deze apparatuur op hun wagen hebben staan. En anderzijds merken we dat toch ook dat mensen mondiger zijn geworden en het lastiger vinden om aanwijzingen op te volgen van onze vrijwilligers zonder eerst in discussie te gaan. Dat maakt het voor onze vrijwilligers een hele uitdaging om de optochten in goede banen te leiden. We zien dan ook dat het steeds lastiger is om vrijwilligers te vinden, omdat zij simpelweg geen zin hebben om continue in discussie te moeten gaan met soms hele carnavalsgroepen.”
Een veel gehoord argument is dat we de lol van de jeugd bederven omdat slechts een paar zuurpruimen hierover klagen. Nu is het zo dat we heus wel weten dat niet iedereen van carnaval of harde muziek houdt en dat er altijd wel klachten binnen komen wat je ook doet. Maar we zien ook dat het aantal klachten de afgelopen jaren sterk is toegenomen en dat ook een aantal boerenbedrijven zich melden dat er schade is ontstaan in de vorm van gederfde inkomsten. Bijvoorbeeld omdat hun dieren langere tijd geen melk geven, geen eieren leggen of niet getransporteerd kunnen worden vanwege de stress.
“Tijdens een van onze vergaderingen heeft een van deze boeren hun verhaal verteld. Zij gaven aan doodsangsten doorstaan te hebben tijdens het opstellen van een van de optochten. Hun dieren waren wild van angst aan het springen in de stallen vanwege het harde geluid en de knipperen en draaiende lichten die naar binnen schenen. Zij vreesden voor hun eigen leven en dat van hun dieren”
Wanneer deze mate van overlast plaats vindt, is het de (morele) verplichting van de organiserende vereniging hier wat aan te doen. Ook de gemeente als vergunningsverlener gaat dit bij het aanvragen van de vergunning voor de optocht eisen. De maatschappelijke overlast en daarbij komende kosten kunnen namelijk een reden zijn om de vergunning niet meer te verlenen en dat betekend in dit geval een einde aan de optochten zoals we deze kennen. De gemeente kan bijvoorbeeld als eis stellen dat er beveiligers ingehuurd moeten worden om handhaving te verzorgen. De kosten hiervan komen voor rekening van de carnavalsvereniging. De meeste verenigingen kunnen deze hoge kosten echter niet veroorloven.
De verenigingen, gemeentes en handhavers hebben de afgelopen jaren al veel gedaan om de overlast te beperken. Dat is onder andere terug te zien aan de vele regels in het reglement die hier inmiddels aan zijn gewijd. Ook de inzet van BOA’s en het verbod op draaien van muziek tijdens het opstellen is een van de maatregelen en zo heeft elke vereniging nog extra maatregelen genomen om het gewoon voor iedereen een leuk carnaval te laten zijn. Maar we merken helaas dat al deze maatregelen, al deze goede intenties en de tomeloze inzet van iedereen die de optochten mogelijk proberen te maken te weinig effect hebben.
Dat is ook de reden dat wij – de verenigingen, de vrijwilligers, de gemeentes en iedereen die zich inspant voor het maken van het feest van iedereen – ons nu richten tot jullie – de carnavalsgroepen, de wagenbouwers, de feestvierders, iedereen die van onze straten een feestje maken:
- “Maak het een feest voor jezelf, je vrienden, voor het hele dorp en wees trots op jullie creatie.”
- “Maak jullie feest, ook andermans feest en probeer eens in andermans schoenen te staan”
- “Onze vrijwilligers zijn er voor jullie! Ze maken jullie feest mogelijk. Luister dan ook alsjeblieft naar ze.”
- “Maak er een feest van en geniet van alle dagen carnaval in het land van Maas en Waal zoals alleen hier dat kan.”